De iconische politieserie Baantjer staat mogelijk op het punt om nieuw leven ingeblazen te worden. Intussen wordt de in ongenade gevallen Thijs Römer zelfs genoemd voor de iconische rol van rechercheur De Cock. Wat vindt zijn vader Peter Römer daarvan?
Na succesvolle ‘revivals’ van klassiekers als Medisch Centrum West en Gooische Vrouwen wordt er nu serieus gesproken over een remake van de serie waarin wijlen Piet Römer jarenlang gestalte gaf aan rechercheur De Cock. Opvallend genoeg klinkt achter de schermen al de naam van zijn kleinzoon Thijs Römer (46) – een acteur wiens reputatie zwaar onder druk staat sinds zijn veroordeling voor online zedendelicten met minderjarige meisjes.
Peter Römer (72), de zoon van Piet en schrijver van de huidige Baantjer-boeken, bevestigt tegenover Story dat de plannen voor een nieuwe reeks serieus lijken te worden. “Het is niet voor het eerst dat erover wordt gesproken”, zegt hij. “Maar nu lijkt het toch iets serieuzer te zijn.”
Römer plaatst een kanttekening. “Wel vind ik dat we heel voorzichtig met de nalatenschap van Appie Baantjer, de originele schrijver, moeten omgaan. Hij had destijds een groot vertrouwen in de makers en in mijn vader Piet. Dat had hij ook als voorwaarde. Als de acteur voor De Cock hem niet aanstond, ging het niet door. Maar Piet kreeg al zijn vertrouwen.”
Wie het nieuwe gezicht van De Cock zou moeten worden, is nog niet bekend, maar de naam Thijs Römer zingt rond in de wandelgangen. Voor Thijs, die inmiddels zijn straf heeft uitgezeten, zou een rol in Baantjer een nieuwe start kunnen betekenen. Zijn carrière staat sinds zijn veroordeling op een laag pitje.
Peter heeft vetorecht
Toch laat zijn vader Peter zich daar niet over uit: ‘Ik wil me zeker met de casting gaan bemoeien, en al helemaal als het om De Cock gaat. Net als Appie Baantjer destijds hebben zijn erven, de uitgeverij en ik als schrijver een vetorecht als het om zijn personage gaat. Als wij vinden dat het niet de juiste persoon is, gaat het niet door. Het beeld van De Cock moet in stand worden gehouden.’
Over de betrokkenheid van zijn zoon blijft Peter voorzichtig. ‘Hij heeft zijn straf inmiddels wel gehad. Maar het is ook gecompliceerd. Ik denk niet dat het verstandig is dat ik me ermee ga bemoeien of hij een rol krijgt. Dat laat ik aan anderen over.’
Hoe het nu met Thijs gaat, wil Peter liever niet inhoudelijk toelichten. ‘Het is niet in zijn belang om te zeggen hoe het er in zijn leven aan toegaat. Iedereen moet door. Thijs ook. Alleen de vraag is: hoe? Het blijft complex.’