Frans Timmermans wordt maandagavond in het televisieprogramma Eva keihard aangepakt door journalist Wouter de Winther. De Winther stipt aan hoe de lijsttrekker van GroenLinks-PvdA zich zondag faliekant tegensprak in het RTL4-verkiezingsdebat.
Frans Timmermans spreekt zichzelf tegen over woningnood
Tijdens het RTL4-verkiezingsdebat kreeg De Winther de volgende stelling voorgelegd: een kabinet onder mijn leiding garandeert elk jaar 100.000 woningen erbij.
Timmermans reageerde als volgt op de stelling: “Als u stelling was geweest: wij zullen allemaal streven naar minstens 100.000 woningen per jaar, dan had iedereen groen gestemd. Maar u vraagt om een garantie. Die garantie kunnen we niet geven. Zeker niet in het eerste jaar, wanneer het hele systeem op de schop moet. We zullen toch een aantal dingen moeten veranderen voordat we aan die aantallen komen.”
Tussen het verkiezingsdebat toonde RTL4 campagnespotjes van de lijsttrekkers. Eén van campagnespotjes was van Timmermans. Daarin deed hij de volgende uitspraak: “We bouwen 100.000 nieuwe huizen per jaar. Om in te wonen, om in te leven, om gelukkig te worden. Want we hebben dit al eerder gedaan. En we kunnen het opnieuw.”
Wouter de Winther hakt in op Frans Timmermans
“Verwarrend”, reageert presentatrice Eva Jinek op het contrast tussen enerzijds het campagnespotje van Timmermans, en anderzijds zijn uitlatingen tijdens het verkiezingsdebat.
De Winther is duidelijk minder coulant voor Timmermans. De politiek duider van De Telegraaf pakt de leider van GroenLinks-PvdA keihard aan: “Nou, verwarrend?! Het is gewoon kiezersbedrog! Je belooft in je verkiezingscampagnespotje dat je 100.000 woningen gaat bouwen. En in het debat geef je eigenlijk je eigen gefactcheck, namelijk dat je dat niet voor elkaar gaat krijgen, omdat je het niet kunt garanderen.”
De Winther vervolgt: ”Ik vond dat opvallend. Ik vond het ook pijnlijk. Ze hebben natuurlijk rondom het debat reclamezendtijd ingekocht. Dan probeer je nog net even dat verschil te maken, maar hij moest nu zijn eigen woorden ontkrachten in het debat.”