Presentator Jan Roos is woensdag door de politierechter in Leeuwarden vrijgesproken van opruiing. Het Openbaar Ministerie had hem vervolgd vanwege gewelddadige uitspraken in zijn YouTube-programma RoddelPraat, gericht tegen journalisten op Ameland rond het Sunneklaasfeest. Volgens de rechtbank is in de context van het programma geen sprake van opruiing in strafrechtelijke zin.
OM eiste taakstraf tegen Jan Roos
Volgens het OM heeft Roos zich schuldig gemaakt aan opruiing tot geweld, onder meer tegen verslaggevers van PowNed. In de uitzending riep hij Amelanders op zich te verenigen “met hooivorken en fakkels” en journalisten “van het eiland af te trappen”.
Roos deed uitspraken als: “Afmaken, gewoon afmaken!”, “neerknallen” en “sniper gun”. Ook werd een afbeelding getoond van PowNed-verslaggever Aryan Parsa met een prijs op zijn hoofd en beelden van brandende fakkels.
De officier van justitie noemde de uitingen gevaarlijk en stelde dat deze voldeden aan de wettelijke definitie van opruiing. “Er zitten grenzen aan humor en satire. In dit geval is verdachte over de grens gegaan.” Dat niemand daadwerkelijk overging tot geweld, komt volgens het OM mogelijk door het optreden van de politie.
De officier eiste een voorwaardelijke taakstraf van 80 uur.
Roos: ‘Hyperbool in satirisch format’
Roos verweerde zich met het argument dat zijn uitspraken onderdeel zijn van satire. “Het is idioterie in een satirisch programma. Dan zeg je de meest idiote dingen. Dat gebeurt bij cartoons, columns, cabaretshows.” Volgens hem waren de uitlatingen overduidelijk een grap, “een hyperbool” die steeds absurder werd.
“Als mensen mij grappig vinden ben ik daar blij mee, dan snappen ze ook dat het geen oproep tot geweld is”, aldus Roos. Hij wees erop dat kijkers RoddelPraat niet inschakelen voor serieuze oproepen en dat de context duidelijk maakt dat het om satire gaat.
Tijdens de bewuste aflevering werd een ‘rode knop’ ingedrukt, een teken dat een grap te ver gaat. “Alsof Genee bij VI op een toeter drukt”, zei zijn advocaat Benzi Loonstein.
Verdediging hekelt ‘selectieve vervolging’
Roos’ advocaat stelde dat er sprake is van selectieve vervolging. Hij verwees naar cabaretier Peter Pannekoek en schrijver Herman Brusselmans, die vergelijkbare of zwaardere uitspraken deden zonder strafrechtelijke gevolgen. Ook verwees hij naar eerdere uitspraken van Johan Derksen en Akwasi, waarbij het OM mild optrad.
Loonstein betoogde dat een veroordeling juist averechts zou werken en satire onder druk zet. “Als grappen niet meer mogen, dan is het hek van de dam. Dan wordt straks elke column uitgepluisd.”
Volgens hem is Roos door de media “publiekelijk zwartgemaakt” en raakte hij adverteerders kwijt. Mocht de rechter toch tot een veroordeling komen, dan vraagt hij om geen straf op te leggen.
Roos: ‘Er is mij onrecht aangedaan’
Tijdens de zitting sprak Roos geëmotioneerd over zijn aanhouding. “Ik ben van mijn bed gelicht met kinderen in huis, gefouilleerd en in een cel gegooid.” Hij vindt dat het OM hem behandelde als een zware crimineel. Sindsdien voelt hij zich minder veilig, niet door anderen, maar door het OM.
Over de gevolgen van zijn uitspraken zei Roos dat hij zich niet verantwoordelijk voelt voor wat mensen ermee doen, zolang het om satire gaat. “Als iemand het serieus neemt, is dat hun interpretatie. Maar het is duidelijk een grap.”
Volgens Roos heeft PowNed-verslaggever Parsa, die als ‘slachtoffer’ werd gepresenteerd, zelf geen probleem met de uitlatingen. “Hij zei dat hij geen slachtoffer is en vond het zelfs grappig.”
Aan het eind van de zitting kreeg Roos het laatste woord: “Ik hoop op vrijspraak en dat ik grappen mag blijven maken.” De rechtbank trok zich terug om te besluiten of er diezelfde middag nog uitspraak zou worden gedaan.
Rechter: ‘Uitspraken pittig, maar…’
De rechtbank stelde vast dat Roos de gewraakte uitspraken inderdaad heeft gedaan. “Het zijn pittige uitspraken,” aldus de rechter, “maar de vraag is hoe ze in strafrechtelijke zin moeten worden beoordeeld.”
Hoewel de uitspraken openbaar en mondeling zijn gedaan, en daarmee formeel onder het wetsartikel over opruiing zouden kunnen vallen, strandde de zaak op de inhoudelijke beoordeling. “In de aflevering wordt vooral gelachen. Het is duidelijk de bedoeling om de kijkers aan het lachen te maken,” oordeelde de rechter. “Ik ben van oordeel dat het tenlastegelegde niet kan worden bewezen.”
De rechter benadrukte dat deze uitspraak specifiek geldt voor de huidige zaak en de context waarin de uitspraken zijn gedaan: “Dit geldt voor nu, voor deze uitlatingen in deze context. Dat is mijn uitspraak.”

